Bonte strandloper (alpina)

Calidris alpina alpina (Noord-Europa, Siberie->W europa). De Bonte strandloper (alle ondersoorten) is de algemeenste wadvogel in de Waddenzee en heeft een relatief klein formaat. Er is relatief weinig huidige kennis over de voedselecologie en de timing in de Waddenzee en langs de flyway. De vooruitzichten voor deze ondersoort zijn relatief gunstig (maar minder gunstig dan voor ondersoort schinzii), omdat de toekomstige aanpassing van de broedverspreiding van de alpina ondersoort beperkingen heeft.

De waddenzee populatie

De Waddenzee populatie vertoont licht dalende aantallen (voor alle ondersoorten gecombineerd over de laatste 10 jaar) en zal zich waarschijnlijk gaan stabiliseren.

Populatie Flyway

De huidige aantallen langs de East Atlantic Flyway (licht dalende trends sinds 2000) zullen op termijn waarschijnlijk verder gaan dalen doordat noordelijke broedgebieden minder geschikt worden. Noordwaardse verschuiving van broedgebieden is waarschijnlijk niet of maar deels mogelijk.

Invloedsfactoren

Habitatkwaliteit Flyway Meer informatie

Geen vermindering van geschikt foergeerhabitat langs de flyway. Mogelijk in noordelijke broedgebieden wel verlies van geschikt broedgebied. Uitbreiding of verschuiving van het huidige broedareaal is niet aannemelijk.

Voedsel Waddenzee Meer informatie

Het voedsel bestaat oa uit wadslakjes, kleine wormen en slijkgarnalen. De soort heeft een breed voedselspectrum en veel van de prooisoorten worden niet negatief beïnvloed door klimaatsverandering.

Timing Meer informatie

Er zijn geen aanwijzingen dat de soort een timing probleem ondervindt, maar er wordt slechts beperkt onderzoek aan deze soort verricht.

Meer over invloedsfactoren

Adaptatiemaatregelen

Vermoedelijk kan de soort profiteren van generieke maatregelen die verstoring reduceren tijdens laagwater en hoogwater in de Waddenzee. Daarnaast kan de soort profiteren van het verder ontwikkelen van natuurlijke wetlands en natte weilanden in de randzone van de Waddenzee. Het Bonte strandloper complex (veelheid aan ondersoorten & trekstrategien) geeft aan dat binnen de soort veel flexibiliteit aanwezig is, dit kan het inspelen op veranderingen vergemakkelijken.