Bonte strandloper (schinzii)

Calidris alpina schinzii (UK, IJsland, Groenland, Oostzee->W afrika). De Bonte strandloper (alle ondersoorten) is de algemeenste wadvogel in de Waddenzee en heeft een relatief klein formaat. Er is relatief weinig huidige kennis over de voedselecologie en de timing in de Waddenzee en langs de flyway. De vooruitzichten voor deze ondersoort zijn gunstig, omdat er oa de mogelijkheid lijkt te zijn voor noordwaardse uibreiding van het broedareaal.

Populatie Waddenzee

De Waddenzeepopulatie vertoont licht dalende aantallen (voor alle ondersoorten gecombineerd over de laatste 10 jaar) en zal zich waarschijnlijk gaan stabiliseren.

Populatie Flyway

De huidige aantallen langs de East Atlantic Flyway (matige toename de laatste 10 jaar, maar de lange termijn trend laat een lichte afname zien) zijn redelijk constant. De aantallen zullen op termijn waarschijnlijk gaan stabiliseren. Noordelijke broedgebieden kunnen minder geschikt worden, maar tevens kunnen er nieuwe broedgebieden ontstaan (noordwaardse uitbreiding van het broedareaal lijkt mogelijk).

Invloedsfactoren

Habitatkwaliteit Flyway Meer informatie

Geen vermindering van geschikt habitat langs de flyway. Mogelijk in noordelijke broedgebieden wel verlies van geschikt broedgebied. Echter uitbreiding of verschuiving van het huidige broedareaal lijkt mogelijk.

Voedsel Waddenzee Meer informatie

Het voedsel bestaat oa uit wadslakjes, kleine wormen en slijkgarnalen. De soort heeft een breed voedselspectrum en veel van de prooisoorten worden niet negatief beïnvloed door klimaatsverandering.

Timing Meer informatie

Er zijn geen aanwijzingen dat de soort een timing probleem ondervindt, maar er wordt slechts beperkt onderzoek aan deze soort verricht.

Meer over invloedsfactoren

Adaptatiemaatregelen

Het Bonte strandloper complex (veelheid aan ondersoorten & trekstrategien) geeft aan dat binnen de soort veel flexibiliteit aanwezig is, dit kan het inspelen op veranderingen vergemakkelijken. Vermoedelijk kan de soort profiteren van generieke maatregelen die verstoring reduceren tijdens laagwater en hoogwater gedurende de trekperiode in de Waddenzee.